Klemtonen worden vaak een zootje

Een zekere Joep Bevers zegt zich te ergeren aan verkeerde klemtonen in woorden van vele taalgebruikers. Vooral veel mediafiguren zouden het "tegenwoordig" doen. Dat dit is nieuws is, waag ik te betwijfelen. Al ruim twintg jaar geleden maakte het duo Van Kooten & De Bie al een sketch over dat onderwerp.

Ook valt me op dat in in sommige straatnamen al jaren de klemtonen op een rare plek liggen. Waarom zeggen veel Amsterdammers Prinsengrácht? Prínsengracht is logischer. Het is toch ook geen Kalverstráát? Ook ken ik in Rijswijk een straat, die in elk geval door HTM-medewerkers de Vrijenbánselaan wordt genoemd. Ook dat is een rare lettergreep voor een klemtoon.

Frans is makkelijk

In het Frans is het makkelijk. Die lui hebben gewoon al hun klemtonen op de laatste lettergreep. In het Nederlands zijn er geen duidelijke klemtoonwetten. Leenwoorden houden dezelfde klemtoon als in hun oorspronkelijke taal. De meeste oorspronkelijk Nederlandse woorden op de eerste lettergreep. Maar ook niet allemaal. Het is bijvoorbeeld rookvléés en geen róókvlees, terwijl het wel róókworst is.

Kortom, het is eigenlijk een zootje in onze taal. Niet vreemd dat zalfs Paul Witteman er soms moeite mee heeft. Maar Bevers heeft gelijk: juist van hem moet je verwachten dat hij zijn taal goed spreekt.

Lees ook:Hoge getallen
Lees ook:Bezuiden de patatgrens
Lees ook:Zelfverzonnen woorden die vier eeuwen meegaan
Lees ook:‘Coffeeshop’, een o zo Nederlands woord
Lees ook:Niveau Nederlands bij Walen om te janken

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.