Geraced of geracet?

In Turijn hebben vooral ‘onze’ meiden de laatste tijd hard geraced. Of hebben ze hard geracet, gereest of gereesd? Het is altijd een probleem leenwoorden in het Nederlands goed te vervoegen.

Hoe luidt de regel hier? Voor leenwoorden geldt dezelfde regel als voor ‘autochtone’ Nederlandse woorden. Alle zwakke werkwoorden krijgen in de verleden tijd een -de of den erachter. Behalve als de stam eindigt met een klank die in het Kofschip voorkomt, dus een k, een f, een s, een ch of een p. Allemaal harde, stemloze klanken.

Bij racen is de stam ‘race’. Op het eerste gezicht eindigt de stam op een e. Maar in de uitspraak hoor je die e niet. Je zegt ‘resen’ en ‘ik rees’. Dan gaat de kofschipregel ineens toch op. Het is dus ‘ik race’, hij ‘racet’, ‘ik racete’ en ‘ik heb geracet’

Hetzelfde geldt voor ‘tapen’ (op een bandje zetten): ik tapete en ik heb getapet. Het ziet er misschien niet uit. Maar het is toch goed.

Meer over Engels in het Nederlands:

Engels is niet meer zo hip

Limoen gaat pompelmoes achterna

Lees ook:Oplossing Spellingstelling: deleten
Lees ook:Het geslacht van ‘blog’
Lees ook:Lisa kust Jack, o nee, andersom
Lees ook:Het geslacht van het meisje
Lees ook:Engels is niet hip