“Dat vond Hitler ook”

Velen gebruiken retoriek om anderen van
hun gelijk te overtuigen. Dat kan bijvoorbeeld met stijlfiguren, rationele
argumenten of met drogredenen. Vandaag behandel ik een drogreden: de
reductio ad Hitlerum.

Weinigen kunnen nog ontkennen dat Adolf Hitler (1889-1945) een
slechterik was. Het is dan ook erg makkelijk een mening van iemand
anders te diskwalificeren door te zeggen: “Dat vond Hitler ook.”
Het standaardscenario van de reductio ad Hitlerum gaat als
volgt: “Hitler vond X, dus X is slecht.”

Dat
klinkt plausibel, als je zegt: “Hitler was antisemiet, dus
antisemitisme is verkeerd.” Dubieuzer is: “Ben je voor meer
snelwegen in Nederland? Nou, Hitler was ook voor meer snelwegen!”
En absurd is: “Vegetarisme is slecht. Hitler was ook vegetariër.”

Antisemitisme was ook verkeerd geweest als Hitler nooit had bestaan. En om snelwegen aan te willen leggen of vegetariër te zijn hoef je geen nazi-ideeën te hebben. Hitler hield ook van herdershonden. (Die van hem heette Blondi.) Mijn schoonmoeder heeft ook een herdershond, maar die is echt geen nazi!

Overigens kun je in plaats van Hitler ook ‘de nazi’s’ of voor mijn
part Mussolini invullen.Of
heet het dan een reductio ad Mussolinum? In elk geval is de
algemene term voor een drogreden waar de herkomst van het argument
gebruikt wordt om een het onderuit te halen een
genetische
drogreden
. Je kunt trouwens ook gewoon op de man in plaats van de
bal spelen. Dan scheld je je tegenstander gewoon uit voor ‘nazi’ of
‘fascist’.

De term reductio ad Hitlerum is bedacht door de Duits-Amerikaanse filosoof en ethicus Leo
Strauss (1899-1973).

Lees ook:Vegetarische mensen bestaan niet!
Lees ook:Sicilië aan de Eems
Lees ook:Beladen woorden zijn niet te ontladen
Lees ook:Ook woorden zijn soms oorlogsslachtoffer
Lees ook:Kantoortaal is eigentijds