Tijdschrifttaal

In tijdschriften wordt nogal wat afgejankt. Emoties, gevoelens, innerlijke worstelingen worden in beroerd proza opgepend om de lezer te laten meevoelen met een ge-interviewde. Je leest vooral over emotionele smurrie. Termen als onmacht, radeloosheid en allerlei andere innerlijke chaos komen om de twee zinnen voor. Als je meer dan 2 glossy’s per dag leest ben je helemaal depressief. Niet door het verhaal, maar door die beroerde schrijfstijl.  De ge-interviewde beschrijft zijn gevoelens, vaak in termen die op emoties moeten duiden. Maar als je het leest wordt je helemaal niet geraakt. Neem nou eens deze zin:

‘Terwijl mijn kind door de dokter werd geanalyseerd en wij werden verzocht om buiten te blijven, schreeuwde het in mij: “ze hoort thuis! Bij mij! Maar Annelous keek me niet aan…ik voelde me zo buitengesloten als moeder…’

Je wilt die moeder toch helemaal niet begrijpen als lezer? Zo’n zeikerd. Een slachtoffer. En dan nota bene van een dokter die zijn werk gewoon doet? Als je zo bent, dan kan je al niet eens met de trein. Stel je voor dat de conducteur haar voorbijloopt in het gangpad. Dan wordt zo’n vrouw ook helemaal radeloos en in paniek. Die voelt zich voortdurend slachtoffer en ook buitengesloten. Nee hoor, 1 glossy-interview en ik heb het weer voor minstens 8 maanden gehad.

Lees ook:Zijn of niet zijn
Lees ook:Samenzwering voor het Goede
Lees ook:“Dusss…dat gaat allemaal goed komen”
Lees ook:moedertaal
Lees ook:Jeukbonkels en kippedriffies

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.