Judas niet meer judassen

Judas was niet de grote verrader, maar juist degene die wist dat Jezus de zoon van god is. Onterecht is hij al die eeuwen de enige apostel op de plaatjes zonder stralenkrans geweest. Dat weten we sinds gisteren. Geen slechterik, maar een held. Dat heeft consequenties voor de taal. Judas komt namelijk voor in een aantal woorden en begrippen die negatief zijn. Moet dat nu veranderen?

In het woordenboek staan veel betekenissen voor judas. Ten eerste betekent het ‘treiteraar, pestkop’, ten tweede ‘verraderlijk mens, valsaard’, ten derde ‘helper van een valsspeler’, ten vierde ‘kijkgaatje om iemand heimelijk te beloeren’. De uitdrukking ‘Hij is Judas’ betekent ‘Hij is degene die het geld beheert (in een groep)’.

Bovendien zijn er ook een hoop samenstellingen met judas, de meeste negatief. Een ‘judasgroet’ is een valse groet, een ‘judaskus’ een verraderlijke kus. Ook betekent judassen ‘pesten’ of ‘klikken’ (in de zin van ‘verraden’). Er zijn ook minder voor Judas compromitterende samenstellingen. Een
judasbaard is een rode baard, een judasoor is een paddestoel.

Wat moeten we nou met die woorden? Gewoon niet meer gebruiken? Ophouden met het judassen van Judas? Te laat, denk ik. De taal is nu eenmaal minder maakbaar dan dat we vaak willen. Judas had veel eerder wat aan zijn PR moeten doen. Als je ergens moeilijk vanaf komt, is dat wel een slecht imago.

Lees ook:Alaaf!
Lees ook:Helend praten, vanuit je hart
Lees ook:Het valse dilemma
Lees ook:Twee ‘hois’ die elkaar ontmoeten
Lees ook:Irriteren is niet lachen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.