Lezersvraag: Waar komt je van het vandaan? Je van het betekent ‘geweldig, het beste dat er is’. Bijvoorbeeld: "Op het gebied van Trappistenbier is Westvleteren je van het!"
‘Je’ betekende vroeger in de spreektaal ‘het beste’. Dat moest dan wel worden beklemtoond. "Dat is jé jenever!" betekende dat je het over de beste jenever ter wereld had. "Dat is nou niet je dát" is dus "Dat is niet het beste van dat."
Het ‘hét’ in de uitdrukking betekent ‘wat er is, alles, datgene wat er te krijgen is’. Je van het betekent dus: ‘het beste van het beste’. ‘Het’ is hier trouwens een benadrukte ‘hèt’. Je spreekt het niet uit als ‘ut’, maar zoals je het schrijft.
Ik hoor je van het trouwens steeds minder. Als ik het hoor, is het meestal in ironische zin. De uitdrukking is hard bezig erg oubollig te worden.
Lees ook:Een prent krijgen, rode kaart of compliment
Lees ook:Taalvraag: Welig tieren de bloemen…
Lees ook:‘t Loopt als een tiet
Lees ook:Geraced of geracet?
Lees ook:Gert Steegmans stijgt tot grote hoogte
tegenwoordig wordt ‘je van het’ ook vaak negatief gebruikt:
‘dat is nou niet écht je van het’, zegt men dan.
Ik denk:
Je van het slaat op verkleinwoorden: elk verkleinwoord (dus met als laatste deel -je) heeft als lidwoord het: kan toch geen toeval zijn?