Weeknummers, weke nummers

Er zijn mensen onder ons die voortdurend met weeknummers strooien. Wanneer je met ze wilt afspreken, en je de agenda ter hand neemt, hoor je ze ineens zeggen: “Heb jij nog een gaatje in week 33?” Dit in het volste vertrouwen dat je zonder moeite week 33 omzet naar de tweede week van juni 2011. Helaas is dit laatste een illusie. Het strooien met weeknummers is helemaal niet aan iedereen besteed. Zelfs al ben je een bedrijfstrotter en heb je je hele leven lang tapijten in kantoorgangen platgesleten met je dagelijkse sleurtochten naar de koffie-automaat, dan kunnen weeknummers je nog steeds ontgaan zijn. Het is ook helemaal niet logisch, een weeknummer. De eerste week van januari, week 1, is helemaal niet de eerste week van het bedrijfsjaar. Dat begint natuurlijk lekker in september, als de kinderen ook weer een treetje hoger klimmen in het schoolsysteem. De katholieke traditie, die ook met weeknummers gepaard gaat, beginnen ook in September. Hoewel, dat zou dan toch nog steeds week 35 kunnen zijn natuurlijk. Nou goed, in ieder geval, het ontbreekt aan cohesie als het gaat om weeknummers. De ene helft van de mensheid doet mee, de ander heeft geen benul. Daarom is het ook niet effectief. Een weeknummer kan het hele gesprek door de war maken. Een weeknummer maakt de conversatie slap en uitzichtloos. Kortom weeknummers, bij mij komen ze er niet in.

Red deze woorden!

Op http://www.savethewords.org/ kun je Engelse woorden redden, door ze te ‘adopteren.’ Een geinige applicatie met meer dan 1000 woorden, die allemaal op het punt van ‘uitsterven’ staan. De website staat voor het hergebruik van woorden die niet meer veel worden gebruikt, voor het verspreiden ervan, en je kunt ook nog woorden die je mooi vindt op een T-shirt laten drukken. Ieder woord roept trouwens iets naar je, zoals Choose Me! e.d. Een goede daad rond de tijd van Kerst is nooit weg. Ik zou zeggen, Save The World en Save The Word…

Social Mediyeah

Er is een toverwoord dat iedereen tegenwoordig gebruikt en wat een enorme belofte inhoudt: Social Media. Als je iets wilt met je bedrijf, met je organisatie of je wilt gewoon laten merken als individu dat je up to date bent, dan moet je dit woord gewoon heel vaak zeggen. Dus bijvoorbeeld, iemand vraagt je op een feestje: Hoi hoi, wat doe je al zoal? Dan zeg je eerst wat je doet, en dan zeg je: Ik werk ook heel veel met Social Media. Je zult merken, iedereen accepteert het. Niemand vraagt wat het inhoudt, wat het oplevert of hoe je eventueel denkt te gaan werken met Social Media. Het is al lang goed. Ook het feit dat je zelf niet precies weet wat je wilt met Social Media is al helemaal geaccepteerd. Dus, voor 2011, maak er gewoon gebruik van. Laatst op de radio hoorde ik iemand, nee echt!, zeggen met een zachte stem: “Ons bedrijf is bezig met duurzaam organiseren, en daarbij maken we gebruik van Social Mediyeah. Echt!

Hij was maar een clown

Wie bang is voor clowns, lijdt aan coulrofobie. Het woord komt uit het Grieks, waar het woord kolobatheron verwijst naar iemand op stelten. Iemand op stelten is natuurlijk niet altijd een clown, en een clown staat niet vaak op stelten, maar het verband is ook eigenlijk niet zo belangrijk. Belangrijker is om zonder een spier te vertrekken die rode neus, die met zwarte kruizen bewerkte oogleden en die uitgesproken scheve grimas te kunnen aanzien. Vooral weinig succesvolle clowns zijn een beetje afschrikwekkend. Zo kwam ik onlangs op een festival een ongeschminkte mannelijke acteur tegen, die alleen maar op campings optrad met een soort van kaal circusje. Hoewel zonder make up, zag ik meteen dat hij die vreemde clownesque grimas trok, ook terwijl het nog gewoon dinsdagmiddag 3 uur was. Hij zei: ” Vanavond speel ik een acrobaat’ waarop ik zei: “Wat gek, ik denk telkens dat jij vanavond een clown speelt…” Toen trok hij die enge grimas en zei: “Dat klopt, ik BEN ook een clown, maar bij gebrek aan personeel speel ik circusdirecteur en acrobaat…” Bij het noemen van het woord CLOWN, zag ik die clownsogen natuurlijk alweer oplichten. En hij trok zijn hoofd ook schuin. ‘Acrobaat,’ dacht ik, ‘wat moet dat worden?’ Dus ik antwoordde: “O ja, maar het is Bassie OF Adriaan, niet allebei natuurlijk.” Hij maakte natuurlijk meteen dat hij wegkwam na die woorden, en ik natuurlijk ook, want het was volgens mij helemaal raak. Ik leed een ogenblik aan acute coulrofobie. Maar volgens mij had hij zelf ook enorm de griebels. Waarschijnlijk was hij autocoulrofoob.

Duur liedje

Van Bob Dylan is er een lied verkocht, gekrabbeld in 4 coupletten op een papiertje door hemzelf. Let wel met potlood. Dylans lied werd afgelopen vrijdag voor 319.000 euro verkocht op een veiling in New York. Dit geeft mij als onbeduidende blogger, maar wel met honderden berichten in het vizier natuurlijk enorm veel moed. Ik stel dan dus ook voor dat jullie lezers een blogbericht van mijn hand uitprinten, hier toch een dikke vijftig jaar mee rond gaan lopen, dan heb ik tijd om mezelf in de publiciteit te wurmen, en dan hebben jullie pensioen. Het uitprinten kost echt weinig tijd. Het bewaren kost meer moeite. Dat gaat natuurlijk ook dat geld opleveren, want ik begrijp best dat dit blogbericht onbeduidend lijkt. Niemand denkt er over om dit bericht te bewaren. Maar ik zou het toch maar doen. Kan je je voorstellen: niemand zag iets in dat kladje van Bob vijftig jaar geleden. Hoogstens een nieuw liedje. Maar dat kladje is blijkbaar toch bewaard door een slimmerik. Dus, heb je een vooruitziende blik, doe dan die moeite en maak er een leuk item van in je bewaardoos. NLTaal, goud voor je toekomst..

Glip

Wie heeft er tegenwoordig nog een glip? vroeg ik me onlangs af, terwijl ik in mijn rode Toyota over de snelweg zoefde. Waarom nou juist dat woord in mij opkwam is mij achteraf nog steeds een raadsel. Wellicht omdat ik al enige tijd het liedje De Twips van Annie M.G. Schmidt in mijn hoofd had, uit de musical Ja Zuster, Nee Zuster, waarin het rijmen op twips centraal staat. De hele A2 lang rijmde ik twips op pips, gips, en bibs, en wellicht kwam ik daardoor op een goed moment uit bij glip. Een glip is volgens het woordenboek, een snee. Of een spleet. Ik vind spleet helemaal geen glip. Ik vind een snee wel heel erg een glip, behalve als hij heel diep is. Dan is het een wond. Glip associeer ik met mijn vroegste jaren. Ik had als kleuter weinig valpartijen, maar heus wel eens een glip. Ik vraag me af of de kleuters van toen nog steeds dat zeggen of dat ze, net als ik, het zien als een gek woord uit de jaren ’70. Of heel soms, in een Annie M.G. Schmidt bui, glipt het woord er toch nog snel even doorheen. Vlug.

Loos sentiment in taal

Ik weet niet of het u opvalt, maar er wordt nogal wat afge-ouwehoerd zonder enig zin. In mijn mailbox stapelen de gelukswensen, en vooral de veronderstellingen zich op. Bijvoorbeeld zinnen als: ‘U heeft misschien al cadeautjes met dierbaren gedeeld, de kerstlichtjes uit de doos gepakt, en u heeft misschien al zin in een witte kerst…’ Daar moet de lezer het dan heel warm van krijgen. In mijn geval, puur subjectief, doet het me eerder inspireren tot een reis rond de wereld. Ook krijg ik visoenen van de vuilnisbak. Ik heb, geloof ik, een hekel aan sentimentele taal. Sentimentele taal moet zogenaamd de mens een katharsis bieden door allerlei emotionele woorden te gebruiken. Maar meestal werkt het averechts. Ik raak eerder diep geroerd door de gebruiksaanwijzing bij de zojuist nieuw bestelde ikea-kast, omdat ik al voor me zie hoe honderden mannen en vrouwen zich in de nesten gaan werken in het weekend door met elkaar zelf een kast in elkaar te hannesen, dan door dat eerste gewauwel. Bij Ikea-projecten wordt meer afgehuild dan de gemiddelde mens zich kan voorstellen. Echt waar. Ook de blikjes van het hondevoer met teksten als: Geef tweemaal daags brokken aan uw dier,’ doen mij aandoenlijk aan. Schitterend toch? Veel duidelijker. De zorg die eruit spreekt! Niet te evenaren. Je moet het niet doen natuurlijk, die hond wil ook wel eens een bot, maar toch.

Nee, sentimentele woorden als ‘lichtjes’ en ‘dierbaren’ doen het geloof ik niet.

Nieuw boekje met woordenboekspel

Zojuist bereikte mij via een reactie op dit blog de titel van een boekje genaamd Woordenboekspel, uitgegeven door Moosmedia, uitgever van verrassende boeken. Ben je dol op gekke en vreemde woorden en wil je er het woordenboekspel meespelen, (met je hele gezin!) dan is het wellicht iets voor jou. Ook onze woordcoach Daphne van Dale is razend enthousiast. Dank voor de tip, Moos.

Een dode letter

Ik raakte gefascineerd door de uitdrukking ‘dode letter.’ Eerst dacht ik dat het een soort Nederlands Engels was. A dead letter. (dooie brief). Maar nu blijkt het te gaan om een bepaling, die niet wordt nageleefd. Zo kan een organisatie tegen kindersekstoerisme een Code Of Conduct uitschrijven, maar als dat niet wordt nageleefd, spreekt men van een dode letter. Sommigen denken dat een dode letter iets anders is: op de website Dulu wordt gezegd dat een dode letter een poststuk is dat niet kan worden afgeleverd maar ook niet kan worden teruggezonden. Dus eigenlijk een brief die nergens meer heen kan. Volgens mij heeft een postbode dat een keer verzonnen. Dode letters zijn natuurlijk ook letters die niemand meer levendig kan voorstellen. Een of andere oude rune letter misschien. Of het kan gaan over letters van de Sint, die niet meer kunnen worden afgeleverd. Dode letters, een levend begrip.

Invulklaas

Kan je niet dichten en wil je toch iets voor elkaar brauwen, nog voor het Heilige Avondje begint? Doe je gedicht op via http://www.sinterklaasgedichten.net/ en vul in wie de ontvanger van het gedicht moet zijn, en waar je het in je gedicht over wilt hebben. Een invulgedicht doet het altijd goed. Binnen een aantal minuten heb je een heerlijke rijmelarij gegenereerd. Wel kost het je 1.30euro ct voor een code om het gedicht down te loaden en moet je nog een brochure lezen over vakantieparken. Hmmm…misschien toch zelf iets maken?