Categorie: "z Geschiedenis van de taal"

Boeren hebben niets met boeren te maken

Voor onze agrarische medemens is het vervelend. Een boer is een ander woord voor ‘agrariër’. Maar tevens een ander woord voor ‘oprisping’. Waarom is dat? Komt dat, omdat boeren laten voortkomt uit boers gedrag? Maar er zijn toch zo veel welopgevoede boeren? En stadslui houden toch ook niet altijd hun spijsverteringsgassen binnen?

Jacob Cats toen is Harry Potter nu

Een schilderij van de zeventiende-eeuwer Adriaan van de
Venne gaat op 10 mei onder de hamer bij veilinghuis Christie’s in Amsterdam. Het
schilderij ‘Hoe oolijck, geck en vrolijck’ is gebaseerd op de schrijfsels van
Jacob Cats. De Zeeuwse politicus en veelschrijver uit de tijd van Van de Venne
wordt sinds de negentiende eeuw algemeen beschouwd als een steile rijmelaar met
een altijd geheven vingertje. Terecht?

Fransen pimpten ‘mannetje’ op

In het Frans heb je een raar taalkundig
verschijnsel. Het woord mannequin is
mannelijk, terwijl praktisch alle mannequins vrouwelijk zijn. Fransen
zeggen dan ook
Il est beau (hij
is mooi) over een mannequin. Wij Nederlanders denken dan: Hoezo
‘hij’? Het is toch een vrouw?

Hoe komt het dat
mannequin in het Frans mannelijk is? Het woord komt uit het Vlaams.
Lakenwevers uit steden als Brugge, Gent en Ieper maakten vroeger
kleding op een soort paspop van hout. Dat noemden ze een manneken,
een mannetje dus. Deze mannekens werden ook gebruikt om kleding
tentoon te stellen.

Middeleeuwse Beatrijs gaat digitaal

Velen kunnen zich de dertiende-eeuwse tranentrekker nog herinneren van de middelbare school: Beatrijs. Vanaf vandaag gaat deze middeleeuwse, afvallige non digitaal. De Koninklijke Bibliotheek (KB) zet het handschrift met de middeleeuwse legende op internet. Dat meldt nu.nl dinsdag.

Beatrijs bidt tot Maria, uit besproken handschrift

Vechten met Maori’s en vluchten voor reuzinnen

Het scheepsjournaal van
ontdekkingsreiziger Abel Tasman verschijnt deze week in hedendaags
Nederlands. Dat zegt de
Telegraaf
. De Australische ambassadeur S. Brady neemt donderdag
het eerste exemplaar van deze hertaling in ontvangst.

Het gaat om een verslag uit de jaren
1642 en 1643 van een reis die Tasman en zijn kornuiten maakten naar
het huidige Australië en Nieuw-Zeeland. Bij het scheepsjournaal
zitten ook de instructies waarmee de Verenigde Oost-Indische
Compagnie Tasman op pad stuurde.

Alle ogen gericht op Kwatta

Een lezer van deze blog vroeg zich af
waar de uitdrukking ‘Alle(r) ogen zijn gericht op Kwatta’ vandaan
komt. Ik geef het niet graag toe, maar ik ken de uitdrukking niet.
Wel heb ik gehoord van de Bredase chocoladefabriek Kwatta. Alle
veertigplussers in mijn omgeving zijn het er over eens: een
Kwatta-reepje was een heerlijke traktatie. Oudere Bredanaren hebben
het nog steeds over ‘Kwatta’ als ze chocola bedoelen.

Wat betekent de uitdrukking ‘Alle(r)
ogen zijn gericht op Kwatta’ nu? Je zegt het over iets of iemand die
in de belangstelling staat, weet Van Dale te vertellen. De site van
Onze Taal vult aan dat het ook kan betekenen dat iedereen op iets of
iemand wacht, zonder zelf iets te doen. Echt in zwang is de
uitdrukking nu niet meer. Gespeend van oubolligheid is ze zeker niet.

Hooligans

Voetbalclubs als ADO Den Haag en Feyenoord hebben veel last van hun supporters, lees ik vaak in de krant. Dat vind ik, taalkundig gezien, heel raar. Het woord supporter komt van het Engelse woord to support, wat ondersteunen betekent. Over het algemeen zijn deze ‘supporters’ hun favoriete clubs meer tot last. Hooligan, ook een Engels leenwoord, is een beter begrip voor dit soort relschoppers.

Oi!

Eens reed ik met een oudere Rotterdammer mee naar zijn geboortestad. Ik zag een afslag naar een wijk van de Maasstad. Charlois stond er op. "Sjieke naam", zei ik. "Sjarlwah!"

De Rotterdammer reed bijna tegen de vangrail van het lachen. "Jij komt niet uit Rotterdam, he?" gierde hij. "Saarloos. Zo heet die wijk gewoon!"

Jaren later lachtte ik weer een Randstedeling uit, toen hij het over "Helvwaar" had. Hij bedoelde Helvoirt, een dorp bij ‘s-Hertogenbosch. Net zoals ik bij Charlois dacht hij de ‘oi’ op zijn Frans uit te moeten spreken. Helvoirt spreek je uit als ‘Helvoort’. De ‘oi’ is een oo. Net als Cromvoirt, Oisterwijk, Oirsbeek en Oirschot. En als notoir en requisitoir.

De oudste Nederlandse zin?

In de Abdij van Rochester (Kent,
Engeland) woonde rond 1100 een Vlaamse monnik. Waarschijnlijk sleet
hij zijn dagen met het kopiëren van boeken. Regelmatig moest hij
de ganzenveer, die hij als pen gebruikte, met een mesje bijsnijden.
Elke keer als hij dat gedaan had, probeerde hij de veer even uit op
een stuk oud perkament. Dan schreef hij een willekeurig zinnetje.
“Hebban olla uogala nestas uagunnan, hinase hic anda thu. Uuat
unbidan wi nu.”

“Wat betekent dat”, vroeg een
collega-monnik. De Vlaming schreef de vertaling op in het Latijn. Dat
begrepen zijn mede-kloosterlingen meteen. “Alle vogels zijn met hun
nesten begonnen, behalve ik en jij. Waar wachten wij nog op?”
luidde de vertaling van het zinnetje in de moedertaal van de monnik
uit West-Vlaanderen.

Spelling: veel geharrewar en weinig eenheid.

WEERT –
Er is aardig wat geharrewar de laatste
tijd over de spellingshervorming. Hier is niets nieuws aan. Sinds
onze taal een officiële spelling kent is er gezeur over de
regels. Verder was van de door de Taalunie zo gewenste spellingseenheid tussen Nederland en Vlaanderen zelden sprake.

De eerste die een officiële
spelling bedacht voor de Nederlandse taal was de Leidse hoogleraar
Matthijs Siegenbeek. Voor zijn tijd heerste er spellingsanarchie in de
Nederlanden. In 1804 voerde de Bataafsche Republiek, zoals het
huidige Nederland toen heette, Siegenbeeks regels in. Een uitvinding van hem was bijvoorbeeld de lange ij, die wij nu nog gebruiken.