Categorie: "z Aantekeningen over taal"

Gevleugelde reclamekreten

reclame Minister Alexander Pechtold beantwoordde vrijdagavond kritiek van VVD-coryfee Hans Wiegel
droogjes met:
“Gelukkig heeft hij van verzekeringen meer verstand.” Daarmee
verwees hij naar Wiegels positie bij het College van
Zorgverzekeraars, maar ook naar een reclamecampagne van
verzekeringsmaatschappij Victoria Vesta in de jaren ’80 en ’90. Een
verzekeringsagent verrichtte allerlei heldendaden, om tenslotte te
zeggen: “Nou, gelukkig heb ik meer verstand van verzekeren.”

In de dagelijkse omgangstaal wordt
vaker naar reclames verwezen. Begin jaren ’70 riepen kinderen, als ze
het niet eens waren met het eten: “Ik ga bij Japie King Corn eten.”
Kwam je begin jaren ’80 ergens op een minder leuk feestje binnen,
mompelde je tegen je vrouw: “Als ze geen Hoppe hebben, dan ga ik
naar huis.” Was het feestje te heftig en ging je naar huis, dan
vroeg je: “Schat, staat de Bokma koud?”

Oi!

Eens reed ik met een oudere Rotterdammer mee naar zijn geboortestad. Ik zag een afslag naar een wijk van de Maasstad. Charlois stond er op. "Sjieke naam", zei ik. "Sjarlwah!"

De Rotterdammer reed bijna tegen de vangrail van het lachen. "Jij komt niet uit Rotterdam, he?" gierde hij. "Saarloos. Zo heet die wijk gewoon!"

Jaren later lachtte ik weer een Randstedeling uit, toen hij het over "Helvwaar" had. Hij bedoelde Helvoirt, een dorp bij ‘s-Hertogenbosch. Net zoals ik bij Charlois dacht hij de ‘oi’ op zijn Frans uit te moeten spreken. Helvoirt spreek je uit als ‘Helvoort’. De ‘oi’ is een oo. Net als Cromvoirt, Oisterwijk, Oirsbeek en Oirschot. En als notoir en requisitoir.

Carnaval

Op het moment dat u dit leest, ben ik carnaval aan het vieren ergens in dit land. In Brabant is het de traditie dat veel namen van steden en dorpen gedurende de dagen voor de vastenavond worden veranderd. Alles moet op zijn kop, dus ook de plaatsnaam.

Deze bijnamen verwijzen vaak naar het verleden van de plaatsen. Stampersgat (West-Brabant) was vroeger een plaats waar veel meekrap verbouwd werd. Daarom heet dat met carnaval Meekrapdurp. En in Nistelrode (bij Oss) woonden vroeger veel wevers, vandaar de naam Weversdurp.

Cursus Maastrichts voor beginners

Een ‘Hollender’
(lees: niet-door-en-door-Limburger) die carnaval viert in een stad
als Maastricht stuit nogal eens op taalbarrières. Ten eerste
dacht hij dat het feest Carnaval heette. Maar de ‘Sjengen’, zoals
Maastrichtenaren ook wel heten, noemen het Vastelaovend. Een gesprek
met een Sjeng loop vaak moeilijk. Maastrichts is namelijk lastig te
verstaan als de spreker al twaalf pèlskes achter de
kiezen heeft en op een paar meter afstand een Zaatte Hermenie
staat te toeteren.

Stop het misbruik van ‘aangeven’

"Mijnheer, heeft u iets aan te geven?" vraagt de douanebeambte op Schiphol. "Ik wil een inbraak in mijn auto aangeven", zegt de arme automobilist die moet uitkijken naar een nieuwe radio. "Met uw knipperlicht geeft u aan welke kant u op moet", staat er in mijn theorieboek voor mijn rijexamen. En verderop: "Met dit armgebaar geeft de agent aan dat u door kunt rijden".

In deze voorbeelden wordt "aangeven" goed gebruikt.

Het geslacht van het meisje

Is het ‘Zie je het meisje dat
daar loopt?’ of is het ‘Zie je het meisje die daar loopt?’ In
het Duits is deze kwestie makkelijk beantwoord: das Mädchen
is onzijdig. Het is dat ook Das Mädchen und seine
Puppe
en niet Das
Mädchen und ihre Puppe.

Liefstuk

Toen ik klein was,
noemde ik rollade ‘touwtjeskip’ en kalkoen ‘superkip’. Biefstuk was
‘liefstuk’ en een zonnebril was een ‘zondebril’. De Nederlandse taal
is voor iemand van jonger dan vier nog erg ingewikkeld. Gelukkig
hebben mensen van die leeftijd een grenzeloze creativiteit. Iedereen
met kleine kinderen weet wel voorbeelden van eigen woorden.

Het tijdschrift
Ouders van nu is bezig met het samenstellen van een
woordenboek voor kindertaal. Een zoontje, nichtje of buurkind dat
iets moois heeft gezegd? Of weet je moeder nog verhalen van vroeger?
Wie een bijdrage heeft kan dat kwijt op de site van het tijdschrift.

Zie: www.ouders.nl/xuit9802.htm

Koebloemen, ganstongen en de meizoet

Wat is de overeenkomst tussen een
meizoet, een koebloem, een kassei en een driesbloem? Het zijn
allemaal andere woorden voor madeliefje, ofwel de Bellis perennis.
Dit eenvoudige bloemetje, waar de gemiddelde Nederlandse hond gewoon
zijn gevoeg op doet, heeft maar liefst elf verschillende
dialectnamen.