Categorie: "z Aantekeningen over taal"

Kasseien minder Vlaams dan ze lijken

Met de Ronde van Vlaanderen is het wielerseizoen ècht begonnen. Tijdens deze klassieke koers hoor je ook de Nederlandse verslaggevers een typisch Vlaams woord gebruiken: kassei. Nederlanders noemen dit soort stukken basaltsteen liever ‘kinderhoofdjes’ of ‘kinderkopjes’. Het is voor wielrenners niet gemakkelijk om met hun dunne bandjes over deze ruwe bestrating te rijden. Zeker niet als ze steil bergop rijden, zoals vanmiddag over de beruchte Muur van Geraardsbergen.

Emancipatie in de taal

Emancipatie dringt ook in onze taal door. Hoewel…

Staatssecretaris Ross?
Of staatssecretaresse Ross?

Vrouwelijke vormen voor functienamen verdwijnen langzaam uit onze taal, zo lijkt het.
Vroeger had je een directeur en een directrice. Maar de laatste jaren
heten ook vrouwelijke bovenbazen gewoon directeur. Hetzelfde geldt
voor de rectrix. Die heet ook steeds vaker rector, net zoals haar
mannelijke collega. En een vrouwelijke minister? Daar is nooit een
woord voor geweest. Ik heb trouwens ook nog nooit van een
‘hooglerares’ of een ‘doktster’ gehoord.

Onzin over Eskimo’s

Mijn
collega Wim van Gelderen vertelt op zijn blog over wetenschap over
ijskristallen. Interessant! Hij eindigt zijn bericht met de kreet:
En nee, Eskimo’s hadden er niet al een woord voor.”
Daarmee verwijst hij naar het bekende verhaal dat eskimo’s twintig,
veertig, tachtig, zeshonderd of wie weet hoeveel woorden voor
‘sneeuw’ hebben.

Zoals veel mooie verhalen slaat deze
borrelpraat echter als een tang op een varken, als een slagroomtaart
op een sluisdeur en als k*t op Dirkje. Ten eerste: welke Eskimotaal?
Die mensen -die zich overigens liever Inuit noemen omdat Eskimo een
scheldwoord is van Canadese indianen, dat zoiets betekent als ‘die
rare lui die rauw vlees eten’- leven van Alaska tot Groenland tot
Siberië tot Alaska. Dat is een enorm gebied en ze wonen ver van
elkaar. Er is dan ook niet één Eskimotaal, maar er zijn tig
Eskimotalen!

Welzijns- en zakenjargon

Welzijnstaal is het op één
na smerigste jargon van dit taalgebied. U kent het wel. In die sector
zeggen mensen niet iets, maar geven ze iets aan. Daar denken ze niet,
maar hebben ze zoiets van. En daar hebben ze geen jargon, maar een
stukje jargon-gebeuren. Een aantal mooie voorbeelden is hier
te vinden.

Het enige nog viezere taaltje ("Ik
als manager eis commitment van mijn staff.") is natuurlijk die
van de snelle zaken-sector. Hoewel ik me afvraag of dat nog wel tot
het Nederlandse taalgebied te rekenen is. Tussen al die Amerikaanse
kretologie zijn Nederlandse woorden zwaar in de minderheid. Het
allerergst is als ze welzijnstaal gaan mengen met zakentaal. Dat
gebeurt. Hele volksstammen managers eisen stukjes commitmentgebeuren!

Bron afbeelding: enternext.com

Sicilië aan de Eems

Vanwege de politieke chaos in Delfzijl
heeft de Groningse havenstad sinds kort de welluidende bijnaam
‘Sicilië aan de Eems’. Het is de laatste tijd erg in om plaatsen
een bijnaam te geven in de categorie ‘x aan de/het y’. Voor x moet
dan een ander oord komen, liefst een beetje exotisch. Op de plaats
van y moeten we de rivier, het kanaal of een ander water invullen,
waar de oorspronkelijke plaats ligt.

Nijmegen aan de Golf van Mexico?

Europaproof

Gemeenten in Nederland hebben een
handleiding gekregen hoe ze hun wetten ‘Europaproof’ kunnen maken,
vertelt de krant. Pardon? Het staat er echt. Europaproof! Wat is in
hemelsnaam Europaproof? Ik lees verder. Het blijkt dat onder andere
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een ‘checklist’ heeft
opgesteld om te kijken of gemeenten de regels van de EU toepassen.
Helemaal niet Europaproof dus. Integendeel: Europavriendelijk.