Een serie over niet zo mooi klinkende plaatsnamen. Achter lelijke plaatsnamen gaat vaak een mooie geschiedenis schuil. Vandaag de D: Diever.
Diever. Het Drentse dorp is vooral bekend vanwege een inwoner, die bekend staat als de man uit Diever. Een crimineel plaatsje, die residentie van Hans Wiegel. Althans, dat zou je denken als je de naam ziet. Want 'diever' is toch de vergrotende trap van 'dief'?
Nee, zo zit het toch niet. Diever stond al voor 1200 bekend als Devere. Dat betekende misschien zoiets als 'bedekking'. Bedekt met wat? Dat weten we niet meer. Wellicht was het hier bedekt met water en hebben we het over een waternaam. Er zijn meer riviertjes met een soortgelijke naam.
Eens noemde politica Ayaan Hirsi Ali Diever 'Het land van ooit'. Ergens had ze gelijk. Ooit was Diever de hoofdplaats van een Karolingisch provincietje, een zogenaamd dingspil. Deze bestuurseenheid bestaat al lang niet meer. Diever is niet eens een eigen gemeente. Opgeslokt door fusiegemeente Westerveld. Is die dan het diefst?
bron (o.a.): Nederlandse plaatsnamen, G. van Berkel en K. Samplonius
Lees ook:Chaam, een dorstige naam
Lees ook:Het grijze Blerick
Lees ook:‘Takkewijf’ werd keihard aangevallen
Lees ook:Een moordkuil in het Nijmeegse hart
Lees ook:De verandering van ‘christelijk’ Nederland