Het Nederlands barst van de oorspronkelijk Franse woorden.
Van ‘rotonde’ tot ‘camembert’, van ‘president’, ‘premier’ en ‘minister’ tot ‘terrorist’
en ‘jeu de boule’. Je zou bijna vergeten dat de Fransen (en zeker de Walen) ook
het een en ander van ons hebben overgenomen.
De mooiste vind ikzelf: affaler.
Dat betekent ‘afhalen’. Een verschijnsel dat kennelijk eerder in de Nederlanden
plaatsvond dan in Frankrijk. Hier heb je van oudsher misschien meer Chinezen?
Dat zou een verklaring kunnen zijn.
Nog wat voorbeelden van Nederfrans:
bâbord : bakboord
bière : bier
boulevard : bolwerk
colza : koolzaad
focquer : fokken
frelater : verlaten
kermesse : kermis
matelot : matroos
vrac : wrak
In het Waals heb je nog veel meer leenwoorden uit het
Nederlands. Een voorbeeld: Als Fransen zeggen dat iets klopt, zeggen ze “ça colle”. Walen hebben het dan over “ça cloppe”.
Maar het allermooiste vind ik dat het traditionele Franse
woord voor aardappel, patâte,
verdrongen is door pomme de terre.
Een letterlijke vertaling van onze aardappel.
Lees ook:Cocu, de bedrogen echtgenoot
Lees ook:Bois-le-Duc, Warsawa en Firenze
Lees ook:Hoe Zidane het Nederlands verrijkt
Lees ook:Fransen pimpten ‘mannetje’ op
Lees ook:Niveau Nederlands bij Walen om te janken
Heel interessant. Maar wat u schrijft over frelater is misleidend. Het komt inderdaad van verlaten, maar dan in de oorspronkelijke (middelnederlandse?) zin van overhevelen, bijvoorbeeld van wijn, naar een ander vat.
Frelater in hedendaags frans betekent: knoeien met eetwaren of producten door er iets bij te voegen dat de waarde ervan vermindert; vervalsen.
En ook vrac betekent niet meer “wrak”, maar goederen die niet verpakt of niet gesorteerd zijn, “en vrac”; à vrac komt dan wel ietsje dichter bij de oorspronkelijke betekenis: in wanorde, zomaar te hoop gegooid. Maar die laatste uitdrukking is zeldzamer.
A. D. W.
Montpellier